Bepaling van schildklierhormoon (T3 en T4) in de urine

Een weinig betrouwbare test voor de diagnose ‘hypothyreoïdie’

De laatste jaren zien wij op de polikliniek met enige regelmaat patiënten die behandeld worden voor hypothyreoïdie, maar bij wie het tekort aan schildklierhormoon uitsluitend is vastgesteld op grond van een verminderde uitscheiding van levothyroxine (T4) of liothyronine (T3) in de 24-uursurine.

Bepaling van schildklierhormoon (T3 en T4) in de urine: een weinig betrouwbare test voor de diagnose ‘hypothyreoïdie’
W.M. Wiersinga en E. Fliers, Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2813-5

Op zich is het geen slecht idee om de hormoonuitscheiding in de 24-uursurine als diagnosticum te gebruiken. Het geeft een indruk van de blootstelling van weefsels aan de niet aan eiwit gebonden, zogenaamde vrijehormoonfractie in het bloed, doordat de nieren als een ultrafilter alleen het vrije schildklierhormoon doorlaten en niet het aan eiwit gebonden hormoon. Volgens de vrijehormoonhypothese is de biologisch relevante hormoonfractie in serum juist het vrije hormoon, omdat alleen deze fractie beschikbaar is voor opname in de weefsels.

Bepaling van T4 en T3 in de 24-uursurine zou verder een afspiegeling zijn van de dagelijkse productie van deze hormonen, een voordeel boven de momentopname bij …

Plaats een reactie