Medullair schildkliercarcinoom

Kanker van de schildklier is een ziekte die zeker niet zeldzaam is in Nederland. In 2006 werd deze diagnose bij 373 patiënten gesteld. Een minderheid van hen heeft een bijzondere vorm schildklierkanker, namelijk medullair schildkliercarcinoom (MSC). Deze tumor ontstaat in de C-cellen van de schildklier. Deze C-cellen produceren niet het schildklierhormoon thyroxine maar het hormoon calcitonine. Calcitonine is betrokken bij de regeling van het kalkgehalte in het bloed.

Van dit type kanker bestaan erfelijke vormen, namelijk het MEN 2-syndroom en het familiaire type medullaire schildklierkanker. Met name door de bestudering van de familiare vormen is vast komen te staan dat een afwijking in een specifiek gen in de C-cellen hiervoor verantwoordelijk is.

Er zijn bij het MSC specifieke afwijkingen gevonden in het RET-gen. Dat gen bevat de erfelijke informatie voor het RET-eiwit. Het RET-eiwit bevindt zich deels aan het buitenoppervlak van de C-cel, maar steekt ook door het celmembraan naar binnen. Het RET-eiwit (rearrangement and transfection) blijkt samen te hangen met groei van het MSC.

Onder normale omstandigheden is het RET niet erg actief in de C-cel. De activiteit van het RET wordt geregeld door specifieke stoffen die elders uitgescheiden worden en via bloed en weefselvocht de C-cel bereiken. Deze stoffen noemen we groeifactoren. Als het RET geactiveerd wordt doordat een specifieke groeifactor zich hecht aan het RET, dan activeert die factor het RET aan de binnenzijde van de cel.

Dit binnen de cel gelegen deel van het RET bevat speciale enzymen (tyrosinekinasen). Een enzym is een eiwit, dat een bepaalde reactie kan laten gebeuren. Een tyrosinekinase is een eiwit dat fosfaat koppelt aan het aminozuur tyrosine. Tyrosine komt voor in veel eiwitten. Na koppeling aan zo’n fosfaatgroep worden bepaalde eiwitten geactiveerd en ze hebben dan een bepaald effect in de cel. Enkele eiwitten die op deze wijze worden geactiveerd, zetten de kern van de C-cel aan tot groei.

Bij sommige afwijkingen van het RET staat dit mechanisme voortdurend aan en de C-cel krijgt een voortdurende groei-impuls met als resultaat de groei van gezwellen zoals het MSC.

Er zijn verschillende mogelijkheden voor therapie bij MSC indien de ziekte beperkt blijft tot de hals. Maar als er uitzaaiingen zijn buiten de hals dan zijn die meestal niet meer chirurgisch te behandelen. Buiten chirurgie en lokale radiotherapie zijn er weinig andere mogelijkheden.

De farmaceutische industrie heeft nu medicijnen ontwikkeld die tyrosinekinases zoals het RET-tyrosinekinase kunnen remmen. Deze medicijnen die als tablet kunnen worden ingenomen openen nieuwe mogelijkheden voor de patiënt met MSC.

Inmiddels zijn de resultaten van enkele onderzoeken van de tyrosinekinaseremmer vandetanib (Zactima®; later Caprelsa®) gepresenteerd. Dit medicijn liet bij een deel van de patiënten een gunstig effect zien op de omvang van het MSC en met name ook op de vaak ernstige diarree.

Belangengroep M.E.N.

Plaats een reactie